De overheid wil niet dat zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) op basis van een overeenkomst van opdracht ingehuurd worden, terwijl ze eigenlijk in loondienst zouden moeten zijn. Dit noemen ze schijnzelfstandigheid. Om schijnzelfstandigheid te voorkomen wordt er al langere tijd geprobeerd om dit met en zonder gerichte wetgeving goed te regelen. Tot 2016 was er de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) die door middel van de Wet DBA werd afgeschaft. De wet DBA staat voor Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Kort door de bocht betekent dit dat opdrachtgever en opdrachtnemer zelf vooraf, zonder vrijwaringen en garanties, de juiste contractvorm moeten kiezen. Om afspraken goed op papier te zetten zijn er door de Belastingdienst diverse modelovereenkomsten goed gekeurd. Belangrijk is wel dat er in de praktijk op de juiste wijze en conform de overeenkomst wordt gewerkt. In 2016 is er ook een handhavingsmoratorium ingevoerd door de Belastingdienst, zodat er niet gelijk boetes werden opgelegd in het geval er achteraf toch sprake was van schijnzelfstandigheid.
Door het afschaffen van de VAR-verklaring kon er vooraf geen zekerheid meer worden verkregen bij het kiezen van de juiste contractvorm. In de basis moet men zich nu houden aan het Burgerlijk Wetboek. Zo kent Artikel 7:610 de volgende definitie voor een arbeidsovereenkomst:
‘De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.’
In lijn met deze wettekst zijn er ook definities te vinden in het Handboek Loonheffingen (hoofdstuk 1):
Arbeidsovereenkomst
Dit is een overeenkomst tussen een werkgever en een werknemer, waarin zij afspraken maken onder welke voorwaarden de werknemer persoonlijk, tegen betaling en in gezagsverhouding zal werken.
Overeenkomst van opdracht
Dit is een overeenkomst waarbij de opdrachtgever een bepaalde dienst of prestatie opdraagt aan een opdrachtnemer. De opdrachtnemer voert deze dienst of de prestatie zelfstandig uit.
Pas wanneer er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst kan er pas sprake zijn van bijvoorbeeld een overeenkomst van opdracht. In 2023 kwam het bedrijf Deliveroo in opspraak omdat zijn hun bezorgers op basis van een overeenkomst van opdracht lieten werken. De rechter vond dit onterecht en kwam op basis van een holistische benadering tot de uitspraak dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen het bedrijf en bezorgers. Deze uitspraak, ook wel jurisprudentie genoemd, vormt nu een belangrijke maatstaf bij de beoordeling van arbeidsrelaties. De uitspraak heeft er ook toe geleid dat er een aantal modelovereenkomsten van de Belastingdienst zijn afgekeurd. Er worden per 2025 ook geen nieuwe overeenkomsten meer goedgekeurd. Bestaande nog goedgekeurde overeenkomsten zijn nog geldig tot 2030.
Het handhavingsmoratorium in het kader van de wet DBA is per 2025 afgeschaft maar kent in 2026 nog wel een zachte landing. Er worden nog geen boetes opgelegd en de Belastingdienst waarschuwt en instrueert eerst, tenzij er sprake is van kwaadwilligheid. Controle op schijnzelfstandigheid vindt plaats bij de opdrachtgever. Lees hier het handhavingsplan van de Belastingdienst.
Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn dus nog steeds zelf verantwoordelijk voor de keuze van de juiste contractvorm. Op basis van jurisprudentie (vooral Deliveroo-arrest) zijn er door overheid een aantal hulpmiddel ontwikkeld om te komsten tot het kiezen van de juiste contractvorm. De werkende (opdrachtnemer) kan terecht op www.hetjuistecontract.nl. Ben je ondernemer en heb je zelf personeel of huur je zzp’ers in? Raadpleeg dan de webmodule beoordeling arbeidsrelaties om een indicatie te krijgen of er sprake is van loondienst of zzp. Ook zijn er documenten beschikbaar die meer inzicht geven in de factoren die een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van schijnzelfstandigheid. Download hieronder de 'Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties - Beslis- en afwegingskader' en de bijlage van een kamerstuk: 'Beoordeling gezagsverhouding handboek loonheffingen'.
Ben je zzp’er neem dan je (model)opdrachtovereenkomsten goed onder de loep, maar vooral ook de manier van werken. Uiteindelijk bepaalt de uitvoering in de praktijk of er sprake is van voldoende mate van zelfstandigheid en niet het contract of bijvoorbeeld de gekozen rechtsvorm. Houd ook de komende periode de ontwikkelingen op het gebied van schijnzelfstandigheid goed in de gaten. Het huidige kabinet is nog volop bezig met het wetsvoorstel VBAR. De eerste versie van dit voorstel is in 2024 afgewezen door de Raad van Staten. Het is aan de minister om te komen met verbeteringen. Vanuit het Startersloket houden we je uiteraard op de hoogte met nieuws en onafhankelijke informatie.
Gefeliciteerd met jouw besluit om in 2025 een eigen bedrijf te gaan starten! Dit is een spannende en uitdagende stap, maar met de juiste voorbereiding kun je een goede start maken. In deze blog geef ik je 6 praktische tips om je op weg te helpen: