Dat blijkt uit de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA) van TNO en cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Aan de enquête deden ruim zesduizend ondernemers mee.

Aan hen werd onder meer gevraagd of ze voorzieningen treffen tegen arbeidsongeschiktheid. Anders dan bij werknemers, zijn ondernemers niet verplicht verzekerd daartegen.

'Sparen en beleggen meest genoemd'

Begin dit jaar had 65 procent financiële voorzieningen getroffen tegen arbeidsongeschiktheid, in 2021 was dat 63 procent en in 2019 ging het om 59 procent. Een verzekering, eigen woning of spaargeld of een combinatie daarvan zijn voorbeelden van voorzieningen.

Sparen en beleggen blijkt populair: in 2023 kan 37 procent van de zzp’ers daarop naar eigen zeggen terugvallen. Dit is volgens de onderzoekers de meest genoemde voorziening en de optie die sinds 2019 meest is toegenomen. In dat jaar noemde 30 procent sparen en beleggen nog als verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.

Volgens TNO en het CBS sluiten steeds meer ondernemers zich ook aan bij een collectieve voorziening, zoals een broodfonds. In 2019 was dat 4 procent, inmiddels is het 6 procent.

De hoeveelheid mensen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) is sinds 2019 daarentegen vrijwel gelijk gebleven met zo’n 21 procent. In 2021 werd voor het laatst gevraagd waarom dit zo is: 46 procent gaf toen aan dat de kosten van zo’n verzekering niet opwegen tegen de baten, 32 procent zei dat niet te kunnen betalen. 

Kabinet wilde aov verplichten

Een opvallende trend gezien de politieke discussie over het onderwerp. Het inmiddels demissionaire kabinet was voornemens om de almaar groeiende groep zzp’ers (1,1 miljoen mensen) te verplichten om zo’n aov af te sluiten. 

Door de val van het kabinet komt het dossier arbeidsmarkt echter net als veel andere onderwerpen, waarschijnlijk op de lange baan terecht. Voordat er verdere beslissingen kunnen worden genomen, moet er eerst een nieuw kabinet zitten en dat kan zomaar anderhalf jaar duren.

Bron: RTL Nieuws

Terug naar overzicht