In de zorg werkten in 2022 ongeveer 170.000 mensen als zzp'er, bijna een kwart meer dan een jaar eerder. Volgens het kabinet is een behoorlijk deel van deze groep schijnzelfstandige. Ze werken als ondernemer, maar doen eigenlijk werk in loondienst. Dat mag al langer niet, maar er wordt niet op gehandhaafd.

Vanaf 2025 moet dat wel gaan gebeuren, schrijven minister van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), minister Helder (Volksgezondheid) en staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst).

Duidelijkheid over wat mag

Het kabinet wil vanaf 2024 gaan zorgen dat duidelijker wordt wanneer je wel of niet als zzp'er mag werken. En wanneer er dus sprake is van schijnzelfstandigheid. Vanaf 2025 wil het kabinet daar dus ook op gaan handhaven.

De ministeries hebben vandaag een samenwerkingsverklaring getekend met zes brancheorganisaties uit de zorg (ActiZ, Zorgthuisnl, VGN, de Nederlandse ggz, NVZ en NFU). Werkgevers in de zorg onderkennen ook de worsteling met zzp'ers, maar moeten hen soms toch inhuren omdat ze anders mensen tekort komen.

Duurder en problemen met nacht- en weekendiensten

Zzp'ers in de zorg zorgen volgens veel experts voor problemen. Zo zijn zorgorganisaties meer geld kwijt omdat zzp'ers doorgaans iets duurder zijn. Door personeelstekorten kunnen ze meer vragen dan ze als werknemer zouden krijgen.

En er zijn problemen bij het invullen van diensten. Als zzp'er zou je makkelijker nee kunnen zeggen tegen nacht- en weekenddiensten, die dan terechtkomen bij vaste werknemers. Toch zijn zorgorganisaties vaak aangewezen op inhuur van zelfstandigen, omdat ze kampen met personeelstekorten.

In verschillende nieuwe cao's voor de zorg is al afgesproken dat vaste werknemers inmiddels voorrang krijgen bij het indelen van roosters.

Bron: NU.nl

Terug naar overzicht