Op 1 januari veranderen er weer wetten en regels voor ondernemers. Zo wordt het minimumloon naar boven bijgesteld, is plastic uit den boze in de horeca en moet er meer belasting worden betaald. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen op een rijtje.
Ondernemers die hun personeel niet al te veel betalen, zullen volgend jaar aanzienlijk meer geld kwijt zijn. Per 1 januari stijgt het wettelijk minimumloon namelijk met een kleine 4 procent (indexatie) en bedraagt 13,27 per uur voor werknemers van 21 jaar en ouder. Ook de minimumjeugdlonen stijgen.
Een andere grote verandering is dat het minimumloon vanaf nu per uur wordt vastgesteld. Tot nu toe was dat per maand, maar dat was eigenlijk oneerlijk. In sommige sectoren is een voltijdsverband namelijk 40 uur per week en in andere 36. Werknemers die 40 uur per week werkten kregen per uur daardoor minder dan werknemers die 36 uur werkten.
Wegwerpbekers, -bestek of -frietbakjes van plastic zijn vanaf januari uit den boze in de horeca. Ondernemers moeten hun klanten vanaf dat moment verplicht herbruikbaar servies aanbieden.
Sinds de zomer mogen ondernemers al geen gratis wegwerpverpakkingen meer meegeven aan klanten die eten en drinken afhalen. Daarvoor moet een toeslag in rekening worden gebracht. Horecaondernemers kunnen een vrijstelling aanvragen, maar moeten bij toestemming wel de verpakkingen inzamelen voor hergebruik.
Een bouw- milieu- of kapvergunning aanvragen kan vanaf 2024 bij één loket. Met de nieuwe omgevingswet die per januari ingaat moet het makkelijker worden om bijvoorbeeld een nieuw stadspark aan te leggen of te verduurzamen, zegt de overheid. Die belooft bovendien dat er sneller beslissingen worden genomen over het toekennen van die vergunningen.
Dankzij de bovengenoemde wet kan de gemeente ook beslissen wat bedrijven (aanvullend) moeten doen om hun omgeving schoon te houden. Nu al ben je als bedrijf verplicht om (zwerf)afval in de omgeving op te ruimen, na januari kunnen gemeenten zelf bepalen welke regels er lokaal nog meer gelden in het kader van opruimen.
Bij bouw- en sloopwerkzaamheden van bouwbedrijven moet voortaan een veiligheidscoördinator zijn aangesteld die toeziet op de veiligheid en gezondheid van iedereen in de directe omgeving van de werkzaamheden. Daarmee hoopt de overheid meer veiligheid te creëren en ongelukken te voorkomen.
Investeer je als ondernemer in verduurzaming, dan kun je ook dit jaar nog gebruik maken van de zogenoemde energie-investeringsaftrek (EIA). Ondernemers kunnen dit jaar iets minder van hun investeringskosten aftrekken van de winst, namelijk 40 procent, maar de tegemoetkoming is wel met vijf jaar verlengd. De investering bedraagt minimaal 2.500 euro en maximaal 136 miljoen euro.
Vanaf 1 januari kun je een Besloten Vennootschap (BV) online oprichten en is het niet meer nodig om fysiek naar een notariskantoor te stappen. Die kan de akte van oprichting namelijk ook online, via een videoverbinding, met je doornemen. Ook het identificatieproces en ondertekenen kan online.
Werkgevers mogen vanaf 1 januari maximaal 23 eurocent per kilometer aan reiskosten onbelast vergoeden, nu is dat nog 21 cent. Is het meer dan het nieuwe bedrag, dan merkt de Belastingdienst het aan als loon en daarover moet de werkgever dus ook loonbelasting inhouden. Zzp'ers mogen de vergoeding aftrekken van de winst.
Voor ondernemers die inkomstenbelasting betalen, zoals zzp'ers, wijzigt er weer het een en ander in het nieuwe jaar. Vooral ondernemers met hogere inkomens gaan in 2024 meer belasting betalen, zegt de overheid.
Er verandert nog iets bij je belastingaangifte, namelijk in box 2, die gaat over het inkomen uit aanmerkelijk belang. Deze box telt vanaf 1 januari twee schijven in plaats van de huidige 26,9 procent. Inkomens tot 67.000 euro worden belast tegen een tarief van 24,5 procent. Inkomens daarboven krijgen een tarief van 31 procent voor de kiezen.
De zelfstandigenaftrek, een bedrag dat ondernemers onder voorwaarden mogen aftrekken van hun winst, gaat weer een stap omlaag. Per 1 januari daalt het bedrag van 5.030 euro naar 3.750 euro.
De zogenoemde mkb-winstvrijstelling, een deel van de winst waarover geen belasting hoeft te worden betaald, daalt ook en wel van 14 naar 13,31 procent. Daar staat tegenover dat de zogenoemde arbeidskorting met 115 euro wordt verhoogd en de algemene heffingskorting wordt geïndexeerd. Beide kortingen hangen af van het inkomen.
Je douceurtje voor expats op kosten van de staat wordt uitgekleed. Werknemers uit het buitenland hoeven, onder voorwaarden, over maximaal 30 procent van hun loon geen belasting te betalen. Maar per 2024 wordt dat loon beperkt tot de Balkenendenorm (233.000) en wordt de vrijstelling stapsgewijs afgebouwd.
Bron: RTL Nieuws